Dit pand is tegen de eerste stadsmuur aangebouwd die in het midden van de 14de eeuw haar functie verloor. In de 16de-eeuwse cijnsboeken wordt een perceelsbreedte van 18½ voet (= 5,32 m) aangegeven. Dit is even breed als het huidige perceel. In tegenstelling tot het | 438 |
bouwblok 2.3 aan de andere kant van het Eerste Korenstraatje is hier geen rekening gehouden met de breedte van een weergang. Bij het bouwhistorisch onderzoek in 1997 zijn bouwsporen van deze weergang aangetroffen. De constructie van poeren en bogen zal na het buiten gebruik raken van de stadsmuur gesloopt zijn. Het terrein lijkt daarna herverkaveld te zijn en voorzien van nieuwe cijnzen. Bij de bepaling van de hoogte van het cijnsbedrag is de dikte van de stadsmuur niet meegerekend, alhoewel deze als zijmuur van het huis benut is. Eerst moet Frans van Langel de hertogcijns betalen, daarna Jan Wellens, die vermoedelijk de zoon is van Weltken of Welt Voets, die hier in de beginjaren van de 16de eeuw aangeslagen wordt voor de zettingen. Het pand is door oorlogshandelingen in 1944 ernstig beschadigd. Het is met behoud van de oude zijmuren en de kelder, vernieuwd. In de 17de-eeuwse kelder, die vanaf de straat toegankelijk was, is de eerste stadsmuur nog aanwezig in de rechter zijmuur. De constructie bestaat uit grondbogen op poeren en opgaand werk uitgevoerd als kistwerk van tufsteen en baksteen. In de fundering van de voorgevel is nog een restant van een poer van de weergang zichtbaar. De andere weergangsbogen zijn gesloopt. | 439 |
817. v. Lent. "Den Engel". | 52 |
1865 | Gez. Lambooij (wollen en linnennaaister) - wed. C. Lambooij (winkelierster in visch en kaas) |
1875 | wed. C. Lambooij (winkelier in visch en kaas) |
1908 | F. van Lent (beh. en stoffeerder, vischhandelaar) |
1910 | F. van Lent (beh. en stoffeerder, vischhandelaar) |
1919 | H.P.P. Leenders (in boter en kaas) |
1928 | P. de Vroom Brakenhoff - P.C.M. de Vroom |
1943 | P. de Vroom-Brakenhoff (comestibles) |